Waarom dan pas? Heb je zoveel geduld?

Ja, maar waarom pas binnen een half jaar? Volgende week is toch ook toekomst .

PS: ik heb véél respect voor je geduld! Ik beschouw mezelf als een geduldig persoon, maar zolang wachten is véél te lang voor mij:P.

Hmm... niemand zegt dat je lange duurlopen moet doen! Ik veronderstel dat je je uithoudingsvermogen wil verhogen. Wel, in dat geval hoef je niet langer dan twintig minuten harde intervals te lopen. Amper vet-, noch spierverbranding! En je uithoudingsvermogen zal dramatische hoogtes bereiken!

Het zou best kunnen dat ik je plannen niet voldoende begrijp. In dat geval moet je je niks van mijn opmerkingen aantrekken.

Ik loop drie keer per week 's ochtends voor school. Vijf minuten rustig lopen (opwarming) en dan kunnen er lange, korte of creatieve intervallen gelopen/gedaan ( ) worden.

Lange intervallen: Zo'n dertig seconden tot enkele minuten met danig verhoogde snelheid lopen, zodat je aan het einde van je interval zin hebt om te vallen en je heel veel pijn te doen en liefst iets te breken, zodat je een excuus hebt om te stoppen met lopen.

Korte intervallen: Het spreekt voor zich dat deze niet langer duren dan zo'n dertig seconden. Het zijn in feite sprints en dienen dus gewoon zo snel mogelijk gedaan te worden.

Creatieve intervallen: Lopen kan al eens eentonig worden (hoewel niet zo gemakkelijk wat betreft deze korte, hevig trainingen). Het wordt (nog) interessanter als je eens wat andere dingen ertussen gooit. De brave gaan van heuvelsprints, via windsprints (afstand sprinten en terug naar start joggen om opnieuw te sprinten) tot achteruit sprinten of zo snel mogelijk hinkelen. Met wat meer fantasie gooi je er wat burpees (pompen, op hurken en recht de lucht in springen) tussendoor of spring je met twee voeten zo ver mogelijk (of op een been), je kan zijwaarts springen, squatten tussen de sprintjes door enz.

Wat rust tussen de intervallen betreft: Hangt af van wat je wil trainen. Wil je de krachttraining voor je benen wat aanvullen, dan kan je heel harde sprints doen en een minutenlange rust tussen de intervallen (sets) wandelen.
Mik je eerder op uithouding, dan houd je de rust best iets korter dan de tijd die je nodig hebt om op adem te komen. Tussen die intervallen blijf je doorlopen, maar rustig.

Aantal intervallen: Het spreekt voor zich dat je kortere intervallen wat vaker doet dan lange. Ik stel voor dat je combineert. Bijvoorbeeld (als beginner): drie keer een halve kilometer versnellen en afronden met vier sprints van 50 m.

Je moet het zelf wat aanvoelen en overpeinzen.

Veel succes!